Echte Belgische mosterd

Een Bijbelse plant, lokaal gekweekt

Arthus de Bousies droomde van een mosterd gemaakt van Belgische zaden

Bijna twee millennia later worden de zaadjes opnieuw in verband gebracht met bergen verzetten. Ditmaal met de ambitie om het product, dat nu uit Canada, Rusland, Oekraïne of zelfs uit de Verenigde Staten komt, te herlocaliseren. In België is de mosterdplant tot nog toe geen gelukkig lot beschoren: boeren verbouwen het enkel om de bodem te verbeteren. Eenmaal volgroeid worden de planten gemaaid en als groenbemesters verhakseld.

Sommige kruiden hebben nobele voorouders. Zoals de mosterd, waarnaar wordt verwezen in het Nieuwe Testament. “Als je geloof zo groot was als een mosterdzaadje, zou je tegen de berg zeggen: ‘Verplaats je van hier naar daar’ en de berg zou bewegen. Niets zou voor jou onmogelijk zijn”. Dat schreven Mattheus en Lucas in de eerste eeuw van onze jaartelling. Met ‘mosterd’ wordt verwezen naar de plant waarvan de zaden in die tijd werden beschouwd als de kleinst mogelijke.

“Wat we lokaal doen, moeten we dubbel goed doen”

Het was Arthus de Bousies (38), ondernemer aan het hoofd van Natura, die besloot om hierin verandering te brengen en de boel wakker te schudden. In december 2019 kocht hij het familiebedrijf Bister, in Wallonië bekend van de ‘historische’ mosterd L’Impériale, (het recept dateert uit 1877, al werd het merk pas in 1926 opgericht) in de bekende pot met facetten. “De vertrouwde smaak, en de bokaal in de vorm van een granaat maken deel uit van de Belgische traditie,” legt de ondernemer uit.

Arthus de Bousies stamt uit een Vlaamse boerenfamilie en heeft de band met terroir diep in zich. Daarom droomde hij van een mosterd gemaakt van Belgische zaden. Het was geen kleine opdracht. Daarom klopte hij aan bij Farm for Good. Dat bedrijf helpt boeren om samen te slagen in hun agro-ecologische transitie.

“Mosterd wordt in België al jaren niet meer geteeld, de knowhow moest worden teruggevonden”

Vijf boerderijen in de Condroz vonden elkaar om het avontuur aan te gaan, waaronder La Ferme qui bouge, La Ferme d’Émeville en La Ferme de Famelette. Samen goed voor elf hectare landbouwgrond die niet lichtvaardig bewerkt mocht worden.

“Als je lokaal wil werken, moet je het goed doen. We hebben gekozen voor een biologische en regeneratieve aanpak. Dat houdt in dat we geen pesticiden gebruiken, maar ook dat we heel respectvol met de bodem omgaan. Het doel is om die weer tot leven te wekken en te voorkomen dat zich door het omploegen een compacte laag vormt in de ondergrond, wat precies het tegendeel is van levende grond. Mosterd wordt in België al jaren niet meer verbouwd, het was nodig om deze knowhow terug te vinden”, preciseert Arthus de Bousies.

Tussen het zaaien in april en de oogst in september lagen zes bewogen maanden. “Drie golven van insecten, het opschieten van onkruid, en de noodzaak om visueel te gaan triëren… het was telkens een test voor de zenuwen. En dat alles voor een grondstof (3,5 ton) die vijf keer duurder was dan wanneer ze we ze bijvoorbeeld in Oekraïne hadden aangekocht. Dat is nu eenmaal de prijs die men moet betalen om opnieuw aan te sluiten op de korte keten. Idem voor de consument die zijn pot mosterd 1,79 euro betaalt, terwijl de klassieke versie van L’Impériale 1,25 euro kost.

De nieuwe mosterd in een pot met groen deksel heeft zijn plek op de markt al veroverd. Exclusief gemaakt van de gele zaden van de Senapis alba gemengd met water en azijn volgens een geheim recept, heeft deze zachte Bister een subtiele kruidigheid waardoor het bij uitstek een mosterd voor het hele gezin is.

Zin in een heerlijk recept met Bister mosterd?