Echte Belgische mosterd

Bereiding:

Bestrooi het vlees twee uur van tevoren met fijn zout, zodat het goed in het vlees dringt.

Snij de ui en de wortel in paysanne (driehoekjes).

Maak een kruidentuiltje.

Was de salie en peterselie.

Laat de uien uitlekken.

Neem een ​gietijzeren braadpan, en laat de ribben aankleuren in de olijfolie, tot ze mooi donkerblond zijn.

Draai het vuur lager.

Voeg de in blokjes gesneden ui en wortel toe, en het kruidentuiltje. Laat het samen kleuren.

Voeg vervolgens de mosterd toe en laat doorkoken om de scherpte af te zwakken.

Voeg dan de zure uitjes (*) en salie toe.

Blus met het bier en laat inkoken.

Bevochtig met ⅓ van de runderjus.

Dek af met bakpapier en een deksel en laat tussen 3u30 en 4u15 op zeer laag vuur sudderen. Bevochtig af en toe met de rest van de rundvleesjus.

Voeg na ¾ van de kooktijd versgemalen peper toe.

Aan het einde van de bereiding moet het vlees smeltend mals zijn en de saus op natuurlijke wijze gebonden.

Voeg de walnoten en vers gehakte peterselie toe.

Serveer met een goede aardappelpuree en een paar gebakken uitjes.

(*) Uien op azijn van grootmoeder Nènène

Ingrediënten:

• 1 kg jonge uitjes
• 30 cl water
• 10 g zout
• 1 tl suiker
• 1 bosje dille
• 1 el korianderzaad
• 2 teentjes knoflook
• ½ rode peper
• 8 groene blaadjes bleekselderij
• 1 laurierblad
• 1 tl venkelzaad

Bereiding:

Schil de uitjes. Zorg ervoor dat ze mooi heel blijven.

Bereid de pekel voor door het water te koken, waarin je het zout en de suiker oplost. Laat afkoelen.

Neem een ​Weck-potje en vul om en om met een laag uien en kruiden.

Giet de lauwwarme pekel tot 2 cm onder de hals van de bokaal.

Sluit de pot en laat minimaal 7 dagen gisten bij kamertemperatuur tussen 15 en 20°C.